Door Marjet Hoogendoorn
Deze week wilde ik eigenlijk verder gaan over het rechtssysteem van God in Zijn Koninkrijk, maar gisteren lag ik in bed en zag ik een heel simpel beeld. Het beeld van een parel in een schelp op de bodem van de zee. Mijn gedachten gingen naar de tekst over het Koninkrijk en de parel en het proces waar God mij in had geleidt. Van daaruit ontstond er een opeenvolging van gedachten, die ik vandaag op papier wil zetten.
Bij het beeld van de parel in de schelp kreeg ik de gedachten dat het Koninkrijk van God er gewoon is, het ligt voor het oprapen. Natuurlijk, als zo’n schelp op de bodem van de zee ligt, moeten we er wel wat voor doen. Dat komt ook overeen met wat Jezus zegt in Mattheüs 6:33: “Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.”(NBV21) Zoek het koninkrijk. We moeten niet denken dat het koninkrijk van God ons zo in de schoot geworpen wordt. Tegelijk is het er wel, en mag een ieder er binnen stappen die ernaar verlangt.
Door het beeld van de parel dacht ik aan de gelijkenis in Mattheüs 33: “Ook is het met het koninkrijk van de hemel als met een koopman die op zoek was naar mooie parels. Toen hij een uitzonderlijk waardevolle parel vond, verkocht hij alles wat hij had en kocht die parel.” (NBV21) Deze koopman was voortdurend op zoek naar mooie dingen, maar toen hij die ene parel zag wist hij dat die meer waard was dan alle andere parels die hij had. Hij verkocht alles en kocht die ene parel van uitzonderlijke waarde.
De afgelopen weken liet God mij voor zo’n keuze komen. Ik hield iets vast in mijn handen van wat voor mij van waarde was. Maar het hield me ook tegen om verder in Gods koninkrijk te komen. Er waren momenten bij waarin ik het met alle overgave aan God kon geven en het volgende moment nam ik die minder waardevolle parel toch weer in mijn hand. Ik voelde het twisten in mij en merkte dat het steeds meer neerkwam op de vraag ‘Waar ligt mijn diepste verlangen?’ Ook in de momenten dat ik die minder waardevolle parel hoger achtte dan het koninkrijk van God bleef ik tegen God zeggen ‘Help me hierdoor heen, ook al is mijn wil niet constant op dit moment, help mij het juiste willen en leidt mij in de waarheid, Heilige Geest.’ Ook al zei mijn gevoel wat anders, het werd me steeds duidelijker dat de waarheid is dat er niets waardevoller is om voor te leven dan God en Zijn koninkrijk.
Zondag ging ik met een stel jongeren uit ons dorp mee naar een jeugddienst. De tiener die opende en afsloot riep op om – als je ergens mee zat – naar het ministry team te gaan. Ze zei: “Misschien houd je wel een teddy beer vast en heeft dat veel waarde voor je, en heb je er moeite mee om je teddy beer aan Jezus te geven. Maar wie weet heeft Jezus achter zijn rug wel een hele grote teddy beer om aan jou te geven.” Prachtig! Het klikte zo met waar ik in zat in mijn proces. Na de dienst heb ik haar opgezocht en heb ik haar gezegend in haar profetische gave en moed om te spreken wanneer de Heilige Geest het leidt, waar zij weer door werd opgebouwd.
En zo is het, soms houden we vast aan die kleine teddy beer waar we zo gehecht aan zijn geraakt. We vinden het moeilijk om het aan Jezus te geven want het is zo comfortabel, het voelt zo goed of het geeft ons een stuk (valse) houvast of identiteit. We vergeten of vinden het moeilijk te vertrouwen dat Jezus achter zijn rug een enorme teddy beer voor ons heeft. Misschien wijst Jezus nu iets aan bij jou: welke teddy beer mag jij aan hem geven?
Lieve Jezus, U belooft zelf dat als ik U en Uw koninkrijk de eerste plek geef in mijn leven, dat U dan voor alle andere dingen zorgt. Geef mij daarvoor geloof, dwars door mijn emotie en wil heen. Laat me die dingen waar ik me nog aan vasthou aan U geven, zodat ik vrij voor U kan leven. Amen.